Protonentherapie
Maastro is het protonentherapiecentrum voor het zuiden van het land. In Nederland zijn drie protonentherapiecentra: UMCG Protonentherapiecentrum in Groningen, Holland PTC in Delft en onze kliniek Maastro in Maastricht.
Maastro Protonentherapie - onze laboranten begeleiden u naar en in de bestralingsruimte
Wat is protonentherapie?
Protonentherapie is een vernieuwende manier van bestralen voor mensen met kanker. Met protonen kunnen we de tumor preciezer bestralen dan met fotonen. Dat betekent dat we gezond weefsel en organen die rond de tumor liggen minder raken. De kans op bijwerkingen wordt hierdoor kleiner. Dat kan uw kwaliteit van leven beter maken.
Hoe werkt protonentherapie?
Protonen zijn heel kleine kerndeeltjes die straling afgeven. Wij kunnen de snelheid van de protonen heel nauwkeurig instellen. Zo nauwkeurig dat deze precies in de tumor tot stilstand komen. De protonen geven dan hun straling in de tumor af, waardoor kankercellen afsterven. Doordat de bestraling zo nauwkeurig is, komt er minder straling in de buurt van de tumor terecht. Op die manier sparen we gezond weefsel en is er minder schade aan de organen die in de buurt van de tumor liggen.
Protonentherapie: bij welke soorten kanker?
Protonentherapie is vooral geschikt bij patiënten waarbij de tumor in de buurt van kwetsbare organen ligt. Er is namelijk kans op beschadiging van deze organen als deze met straling in contact komen. Bij bestraling met protonen is die kans kleiner.
Standaardindicaties
Vormen van kanker waarbij protonentherapie de standaard behandeling is. We noemen dit standaardindicaties. Dit zijn oogtumoren, schedelbasistumoren en tumoren bij kinderen.
Model-based indicaties
Model-based indicaties zijn vormen van kanker waarbij de kans op bijwerkingen soms kleiner is door protonentherapie. Of die kans kleiner is door bestraling met protonen, hangt af van de plaats waar in het lichaam de tumor zit en hoe groot de tumor is.
Het gaat hierbij om :
- borstkanker,
- hersentumoren,
- longkanker,
- slokdarmkanker,
- hoofd-halskanker,
- lymfeklierkanker,
- zaadbalkanker (voor patiënten tot en met 50 jaar, ook wel teelbalkanker genoemd).
Uw arts bepaalt of u voordeel zal hebben bij de behandeling met protonentherapie. Hij of zij maakt daarvoor een uitgebreide planningsvergelijking. Wilt meer weten over hoe het aanvragen van een planningsvergelijking werkt, lees hieronder verder.
Voor wie is protonentherapie?
Protonentherapie is vooral geschikt voor patiënten die een tumor hebben in een kwetsbaar gebied: de hersenen, de schedelbasis en de zaadballen. Bestraling met protonen is heel nauwkeurig en komt daarom veel minder in omliggend weefsel terecht. Maar ook longkanker, borstkanker, slokdarmkanker, hoofd-halskanker en lymfeklierkanker kunnen we behandelen met protonentherapie. Om te onderzoeken of u voordeel heeft met deze therapie, maken we een planningsvergelijking.
Kinderen krijgen áltijd protonentherapie. Hun gezonde lichaamscellen zijn erg gevoelig voor straling en dus krijgen zij altijd een behandeling met protonen. Protonentherapie wordt alleen gegeven als u nog kunt genezen.
Wilt u weten of protonentherapie voor u een optie is? Doe dan dan hier de online keuzehulptest.
Radiotherapeut-oncoloog, Judith van Loon, legt uit hoe u in aanmerking komt voor protonentherapie
Verschil fotonentherapie en protonentherapie
Radiotherapie maakt gebruik van fotonen, ook wel röntgenstralen genoemd. Fotonen wordt ook wel de reguliere bestraling genoemd. Fotonen geven hun energie af in de tumor, maar ook in gezond weefsel eromheen.
Protonentherapie werkt met kleine positief geladen kerndeeltjes. Zij geven hun straling grotendeels af in de tumor. Daarna verliezen de deeltjes hun kracht. Hierdoor komt de straling nauwelijks in het omliggende gezonde weefsel terecht. Bestraling met protonen is dus nauwkeuriger.
De hoeveelheid straling die op de tumor terechtkomt, is bij beide vormen gelijk.
Radiotherapeut-oncoloog, Judith van Loon, legt de verschillen uit tussen fotonentherapie en protonentherapie
Voordeel met protonentherapie
Bestraling met protonen is een héél nauwkeurige manier van bestralen. De meeste straling komt rechtstreeks in de tumor terecht. Weefsel en organen rondom de tumor worden minder geraakt door deze bestraling. Hierdoor wordt de kans op bijwerkingen kleiner. Om te onderzoeken of dat bij u het geval zou zijn, maken wij een planningsvergelijking. Wat een planningsvergelijking precies in en welke stappen hiermee gemoeid zijn, leggen we uit op de pagina over het planningvergelijkingproces.
De behandeling
De planningsvergelijking heeft laten zien dat u voordeel heeft van protonentherapie. En u heeft de beslissing genomen dat u bestraald wilt worden met protonen.
Voorbereiding
Voordat we starten met de behandeling, heeft u een intakegesprek met de radiotherapeut-oncoloog die u gaat behandelen. In dat gesprek bespreken jullie onder andere:
- het doel van de behandeling
- hoe de behandeling eruit ziet
- hoeveel bestralingen u krijgt
- het verschil tussen fotonen en protonen
- eventuele bijwerkingen
CT-scan
Na het gesprek met onze radiotherapeut-oncoloog maken we een CT-scan. Met deze scan kunnen we een gedetailleerd bestralingsplan maken. De radiotherapeut zal samen met de laboranten bekijken wat de beste houding is om de scan en de bestraling uit te voeren.
In sommige gevallen maken we gebruik van contrastvloeistof. Deze krijgt u via een infuus in uw arm toegediend. Omdat het belangrijk is te weten hoe het gebied van de longen, de andere organen, het weefsel en de tumor beweegt, krijgt u een bandje om uw middel om die beweging te meten.
Als het nodig is om - uit voorzorg - ook uw hoofd te bestralen, maken we ook een masker. Dit masker draagt u elke bestraling. Zo ligt uw hoofd heel stil en zijn we er zeker van dat de bestraling steeds op dezelfde plaats gebeurt.
Bestralingsplan
Met alle gegevens en de CT-scan gaan we aan de slag. De computer maakt nauwkeurige berekeningen voor het bestralingsplan. Protonenbehandeling is een uiterst secure manier van behandelen. Meerdere medewerkers voeren dan ook verschillende controles uit. Na ongeveer een werkweek begint u met uw eerste bestraling.
Aantal bestralingen
Voor uw behandeling van longkanker zijn 20 tot 30 bestralingen nodig in een periode van 3 tot 6 weken. U krijgt 1 of 2 bestralingen per dag.
Wij bestralen van maandag tot en met zaterdag. De tijden van de bestraling kunnen per dag verschillen. Er wordt bestraald van 7.00 uur in de ochtend tot 23.00 uur in de avond.
De bestraling
De eerste bestraling
Op de dag van de eerste bestraling halen we u op in de wachtruimte. U gaat met de medewerker naar de bestralingsruimte. U gaat liggen op de bestralingstafel en de medewerkers zorgen ervoor dat u goed ligt en in de juiste positie ligt. Zij voeren verschillende controles uit en verlaten dan de bestralingsruimte.
U bent dan alleen in de ruimte, maar u kunt gewoon tegen de medewerkers praten. Zij horen en zien u via beeldschermen en intercoms.
Hoe lang duurt de bestraling?
U bent ongeveer 20 tot 25 minuten in de bestralingsruimte. Deze tijd hebben we nodig om u in de goede positie te leggen,controles uit te voeren en de bestraling te geven. De bestraling zelf duurt maar een paar minuten.
Wat voel ik van de bestraling?
Van de behandeling voelt u niets. U hoort alleen het draaien van het bestralingstoestel.
Vervolgafspraken en controles
Na uw eerste eerste bestraling komt u op de afgesproken dagen naar Maastro.
Tijdens uw behandeling hebt u iedere week een controleafspraak met uw arts bij Maastro. Hij of zij bekijkt dan hoe het met u gaat. Heeft u klachten, dan bespreek u die met uw arts. Deze afspraken proberen wij zoveel mogelijk aansluitend aan uw bestraling te plannen.
In de periode van bestralingen zult u ook regelmatig een CT-scan krijgen. Dit doen we om te controleren of de bestraling nog steeds op de goede plek komt. We zien op deze scans niet of de behandeling aanslaat of effect heeft op de tumor. Het is mogelijk dat we het bestralingsplan een beetje moeten aanpassen. Als dit zo is, hoort u dat bij de eerstvolgende controle.
Ik krijg ook chemotherapie. Kan ik dat combineren?
Als u tegelijk met de bestraling ook chemotherapie krijgt, bespreekt uw eigen longarts dit verder met u. Het kan zijn dat de longarts u in dit geval verwijst naar de longarts in het MUMC (Maastricht) om ook daar de chemotherapie te krijgen. Dit is natuurlijk ook afhankelijk van uw eigen wensen.
Bijwerkingen protonenbehandeling en adviezen
Alle intensieve behandelmethodes hebben bijwerkingen. Welke bijwerkingen u krijgt en hoe erg die zullen zijn, hangen af van:
- het aantal bestralingen en de hoogte van de dosis
- de grootte en de plaats van het gebied dat bestraald wordt
- of u eerder operaties heeft gehad
- of u chemotherapie heeft
- hoe gevoelig u bent voor straling
Bijwerkingen zeggen niets over het effect van de behandeling tegen de kanker.
Vermoeidheid
Een algemene bijwerking van bestraling is vermoeidheid. U kunt zich vermoeider voelen dan normaal. Het ligt helemaal aan uw situatie en hoe uw conditie is. Als u regelmatig beweegt, duurt de moeheid minder lang.
Huidklachten
Ook uw huid kan reageren op de bestraling. Ze kan schraal aanvoelen, jeuken of rood worden. Voorafgaand aan uw bestraling geven wij u dan ook advies over hoe u uw huid het best kunt verzorgen.
Problemen met slikken
Bij de bestraling wordt in veel gevallen ook de slokdarm geraakt. Hierdoor kunt u last krijgen met slikken. Bijvoorbeeld dat het pijnlijk is als eten door uw slokdarm gaat of dat u het gevoel heeft dat het eten niet wil zakken.
Kortademigheid of benauwdheid
Door het bestralen kan vocht in de longblaasjes komen. Hierdoor kunt een licht benauwd gevoel krijgen of kortademig worden.
Deze bijwerkingen zijn niet gekoppeld aan de protonenbehandeling. Ook bij een fotonenbehandeling kunnen deze ontstaan.
U kunt nog een paar weken na de bestraling last hebben van de bijwerkingen. Uw arts begeleidt u hierin tijdens de bestralingsbehandeling. Als het nodig is, schakelen we ook een diëtist in.
Na de bestraling
Na de bestralingen plannen wij 2 telefonische controles met uw arts van Maastro. De behandeling werkt namelijk nog een tijd na de laatste bestraling.
Daarna gaat u weer onder controle bij uw eigen ziekenhuis.